OPMERKELIJKE ZAKEN
Maurice Laparlière
12 oktober, 07:31 • 6 minuten leestijd
Een bewoner van Oud-Beijerland leeft onder hoogspanning met een aantal buurtbewoners. In juni escaleert het en belandt de man maandenlang achter de tralies. Voor de politierechter krijgt hij de kans om zijn kant van het verhaal te vertellen.
Via een zijdeur komt Nuri* onder begeleiding van twee agenten de kleine rechtszaal binnen. Op de gang staan nog eens twee man parketpolitie. Het kan deze middag weleens druk worden met mensen uit de buurt. Die combinatie is mogelijk explosief.
“Welkom!”, zegt de rechter hartelijk tegen Nuri. “U zat misschien al even beneden?”, vraagt ze, doelend op het cellenblok. “Drie uur”, antwoordt Nuri. “Ojee”, zegt de rechter. “Nou, ik hoop dat we het gesprek kunnen aangaan. Maar dat is ook aan u."
Afgelopen zomer liep het uit de hand in Oud-Beijerland. “Men durfde geen aangifte te doen. Er was een angstcultuur in de wijk. Er zit hier een verdachte die de hele buurt heeft geterroriseerd”, zegt de officier van justitie over verdachte Nuri.
Op zaterdag doet Maurice Laparlière verslag van een opmerkelijke rechtszaak in onze regio. Vandaag een 39-jarige man die wordt verdacht van het bedreigen van twee buurtgenoten, het vernielen van een camera en het beledigen van politieagenten. Dat speelde allemaal tussen 21 en 25 juni van dit jaar.
De buurtgenoten blijken toch niet afgereisd en in een lege zaal steekt Nuri van wal. “Vorig jaar is mijn zoon bij een beroving neergeschoten. Dat gebeurde voor zijn huis. Door de angst kon hij niet meer bij zijn moeder wonen en kwam hij naar mij. Toen de buurt dat hoorde, keerden ze zich tegen mij."
Nuri vertelt rustig en spreekt goed Nederlands. “De Hoeksche Waard is klein en iedereen praat met elkaar. Ze waren bang dat er hier ook een schietpartij zou komen. Dat ik wapens zou hebben. Drie keer is er een huiszoeking geweest.”
Hondenpoep bij de deur
Op vrijdagavond 21 juni gaat het serieus mis in Oud-Beijerland. “Ik kwam thuis en er lag hondenpoep bij de voordeur. Ik werd een beetje boos. Ik draaide me om en zag Jaap*. Die deed zijn shirt omhoog. Ik zag iets glimmen, een heel lang mes. Een slagersmes. Ik ben naar binnen gerend en het eerste wat ik zag was een honkbalknuppel. Die heb ik gepakt.”
Jaap is de achterbuurman. Nuri voelt minachting van Jaap en andere bewoners. Hij heeft het gevoel dat hij niet welkom is in de buurt. Dat zit hem hoog en nu komt het er allemaal uit. Volgens justitie roept hij boze dingen als ‘jou vergeet ik niet, jij gaat eraan!' en 'jij bent van mij, ik maak je kapot!'
“Twee meisjes roepen: er loopt iemand rond met een honkbalknuppel!”, zegt de rechter. De straat stroomt vol met mensen. De politie wordt gebeld. Er komt een speciaal arrestatieteam. De politie denkt aan een verward persoon.
Nuri wordt overmeesterd en gaat de cel in. De agenten scheldt hij uit voor ‘kankerhonden’ en ‘kankerjoden’. Zelf zegt Nuri dat hij dat niet heeft gezegd. Als hij de volgende dag vrijkomt, slaat hij nog binnen het uur de bewakingscamera van Jaap kapot.
“Heeft u een agressieprobleem?”, vraagt de rechter. Nuri – netjes in een donkerblauwe trui – knikt. “Dat klopt wel, ik heb wel een probleem na wat er met mijn zoon is gebeurd. Iedereen is tegen ons”, zegt hij. “Het is te veel, het is te veel.”
Hij zegt dat hij nachtmerries heeft van zijn zoon in het ziekenhuis, aan slangen en draden, vechtend voor zijn leven. Er speelt nog iets anders. Nuri heeft een heftige jeugd gehad in Gaza.
“Ik kom uit een oorlogsgebied. Ik heb familie zien sterven.” Hij heeft PTSS en laat zich daarvoor vrijwillig behandelen. Zijn psycholoog is de enige die hij vertrouwt. Aan andere onderzoeken werkt hij niet mee. “Ze is een topwijf”, zegt hij in de rechtbank.
Bloedbad
“Wat een vervelende relatie heeft u met Jaap”, zegt de rechter. “Maar waarom ging u niet gewoon naar de politie?” Nuri: “Ze geloven mij niet. Ze kiezen keer op keer zijn kant.”
Drie dagen na de kapotte camera gaat het weer mis. Hij wil zijn directe buren waarschuwen voor Jaap met het mes, zegt hij. Hij bonkt op de voordeur en trapt tegen de schutting, zegt de officier. Nuri zelf ervaart het als een goed en constructief gesprek, maar de buren zelf staan doodsangsten uit, zeggen ze.
Ze verlaten zelfs langdurig hun huis, omdat ze als de dood zijn voor het 'bloedbad' waar Nuri het over heeft. "Niet nodig", zegt hij tijdens de zitting. "Ik wilde alleen maar waarschuwen voor wat Jaap kon doen."
“Wat vindt u daar nu van?”, vraagt de rechter aan de nu zo kalme Nuri. “Ik weet het niet. Jaap heeft veel losgemaakt met zijn mes”, zegt hij.
Na het gedoe bij de buren gaat Nuri weer de cel in. Ditmaal voor lange tijd. Op de dag van de zitting zit hij al 107 dagen in voorarrest. "Dat is uitzonderlijk lang voor zo'n bescheiden feit", zegt zijn advocaat. "107 dagen.. het is niet niks."
“De buurt is doodsbang”, zegt de officier van justitie op zijn beurt. “De politie komt met meerdere agenten op een melding af. Meneer sluit zich op in huis en schreeuwt uit het raam. De hele straat staat vol. Tegen de buurvrouw roept hij: 'Ik laat je verkrachten!' Hij loopt rond met een honkbalknuppel.”
Psychische overmacht
“Het is niet puur deze paar dagen, dit speelt al jarenlang. Negen mensen doen anoniem aangifte tegen meneer, ze zijn bang. Verdachte ziet zichzelf als slachtoffer. Meneer kijkt niet naar zijn eigen rol. Mensen houden hun kinderen binnen om confrontaties te voorkomen. Maar in de zomer is dat moeilijk.”
De officier eist 137 dagen celstraf, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. Ook zou Nuri de buurvrouw 1500 euro smartengeld moeten betalen. Hij is wel tevreden over de manier waarop Nuri nu aan zijn trauma's werkt.
De advocaat van Nuri wil op zijn beurt vrijspraak. De bedreigingen zouden niet aan het adres van de personen zelf zijn gericht en het vernielen en beledigen komt voort uit psychische overmacht. Nuri zou zichzelf door alles niet meer onder controle hebben.
“Mijn client is in een enorme stresssituatie gebracht. Ik vind dat hij geen straf behoort te krijgen", zegt de advocaat. "Hij zegt: ik was zo bang voor mijn zoon. Dat hij op kwam dagen en dan stond daar de buurman met zijn mes. In je drang om je zoon te beschermen kun je tot psychische overmacht komen.”
Terugkeren naar Oud-Beijerland zal Nuri niet doen, zo wordt duidelijk. Tijdens zijn tijd in de cel is zijn huis ontruimd en de huur opgezegd. Eenmaal terug op vrije voeten gaat hij naar zijn zus en dat ziet hij wel zitten. “Mijn zus woont in een multiculturele wijk en niet eenkennig. Oud-Beijerland is tegenovergesteld.”
HET VONNIS - "U zoekt zelf de situaties en confrontaties op", opent de rechter. Nuri buigt zijn hoofd als hij dat hoort. "Ik acht alles bewezen. Maar u heeft al een vrij forse straf uitgezeten. Ik gun u een goed pad. Maar er is ook een risico dat u nog een keer een buurman Jaap tegenkomt." Ze veroordeelt Nuri conform de eis en hij moet 500 euro betalen aan de buurvrouw. Dat betekent dat hij morgen vrijkomt. "Mag ik mijn vriendin en mijn kinderen bellen?", vraagt Nuri. "Die staan nu te wachten voor de gevangenis."
*Omwille van hun privacy is de naam van de verdachte en zijn vroegere achterbuurman gefingeerd. De redactie kent hun ware identiteit.
💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl